Hoe Herken Je Ouderverstoting? En Wat Kun Je Er Aan Doen?
“Als ze volwassen zijn, dan komen ze wel terug”.
In mijn vorige blog van dit drieluik ging ik in op het onderwerp ouderafwijzing. Ik maakte daarbij een onderscheid tussen oudervervreemding en ouderverstoting. In deze derde en laatste blog ga ik in op de indicatoren en de verschillende niveaus van ouderverstoting, alsmede passende interventies.
Ouderverstoting is een systemisch proces dat als uitkomst heeft dat een kind een duidelijk favoriete (controlerende) ouder heeft en de andere ouder om onduidelijke redenen en zonder grond afwijst. De favoriete ouder, in deze blog de controlerende ouder genoemd, vult het brein van het kind met uitsluitend negatieve verhalen over de andere ouder (indoctrinatie). De controlerende ouder kan de eigen emoties niet los zien van die van het kind en brengt een “gezamenlijk slachtofferschap” aan het kind over. Er kunnen bijvoorbeeld onterechte beschuldigingen van misbruik en/of verwaarlozing aan het adres van de afgewezen ouder worden weergegeven. Door dit alles is het kind op den duur niet meer in staat om zelf kritisch te denken. Om de veiligheid voor zichzelf te herstellen, wijst het kind de andere ouder af.
Indicatoren van ouderverstoting.
Ouderverstoting is niet altijd even gemakkelijk te herkennen. En hoewel het zeker geen afvinklijst betreft, wil ik door het noemen van onderstaande signalen bereiken dat ouderverstoting in een vroeg stadium onderkend en ondervangen wordt.
Gedrag van de controlerende ouder:
- Uitsluitende negatieve informatie over de andere ouder delen met het kind
- Met smoesjes het contact tussen het kind en de andere ouder beperken
- Niet of moeizaam nakomen van de (gerechtelijke) contactregeling
- Ex-partner niet informeren over het welzijn en de ontwikkeling van het kind
- Ondermijnen van het ouderschap van de ex-partner
- Kwaadspreken over de ex-partner in de sociale omgeving van het kind
- Boos of verdrietig reageren op het kind als het kind contact heeft met de ex-partner
- Zonder gegronde, aantoonbare reden de indruk wekken dat de ex-partner gevaarlijk is voor het kind
- Veelvuldig contact zoeken met het kind als deze bij de andere ouder is (telefoon, WhatsApp)
- Het kind zaken over de ex-partnerrelatie vertellen waar het niets mee te maken heeft
- Het kind als gelijke behandelen
- Het kind verbieden om over de andere ouder te praten
- Het kind afhankelijk maken door aan te geven dat de controlerende ouder onmisbaar is voor het welzijn van het kind en succes in het leven
- Een jong kind zelf laten bepalen of het al dan niet naar de andere ouder mag
- Weghouden van kaarten/brieven en cadeaus van de andere ouder aan het kind
- Beperken of verbieden van contact tussen het kind en de familie van de andere ouder
- Conflicten veroorzaken tussen het kind en de andere ouder
- Het kind de andere ouder bij de voornaam laten noemen
- Het kind steunen in zijn/haar weigering om contact met de andere ouder te hebben
- De achternaam van het kind veranderen
- De communicatie tussen het kind en de andere ouder controleren. Kinderen aan een kruisverhoor onderwerpen over hetgeen er met de andere ouder gecommuniceerd is
- Grote behoefte om professionals in te schakelen die “de stem van het kind horen” en vinden dat deze één op één dient te worden opgevolgd.
Gedrag van het kind
- Gebruik van oneigenlijke of onzinnige argumenten om de reden van de afwijzing uit te leggen. De reden van de afwijzing ligt niet in de ouderrol maar in de (ex) partnerrol
- De woede ten aanzien van de afgewezen ouder is niet gebaseerd op de eigen ervaringen met die ouder
- Geen empathie vertonen voor of schuldgevoel ervaren ten opzichte van de afgewezen ouder. Een arrogante en minachtende houding aannemen
- Aangeven zelf de keuze te hebben gemaakt om geen contact te hebben met de afgewezen ouder
- Coalitievorming met de controlerende (favoriete) ouder
- Zich in de gezinshiërarchie boven de afgewezen ouder plaatsen en vinden dat deze aan al haar/zijn wensen moet voldoen
- Zwart-wit denken. Uitsluitend positief praten over de controlerende (favoriete) ouder en uitsluitend negatief praten over de afgewezen ouder
- Geen positieve herinneringen aan de afgewezen ouder kunnen weergeven
- Volwassen taalgebruik, de controlerende ouder napraten
- Afgewezen ouder bij de voornaam noemen en/of de achternaam van de favoriete ouder gebruiken
- Positieve uitingen van de afgewezen ouder bestempelen als leugenachtig of omkoperij
- Kind wil geen andere gezichtspunten overwegen en steunt klakkeloos de controlerende ouder. Wat de afgewezen ouder ook doet, het is altijd verkeerd. Kind vertelt ook aan de omgeving wat de afgewezen ouder fout doet.
Drie niveaus van ouderverstoting
In de lichtste vorm van ouderverstoting ervaart de controlerende ouder verhoogde negatieve emoties, maar gelooft dat omgang met beide ouders in het belang is van het kind. Er is een gezonde ouder-kindrelatie tussen de controlerende ouder en het kind.
Bij de matige vorm blijft er sprake van verhoogde negatieve emoties en ontstaat bij de controlerende ouder de gedachte dat het misschien beter is als er geen contact is tussen het kind en de andere ouder. Het kind laat bij afwezigheid van de controlerende ouder zien dat het graag contact wil met de andere ouder. Er is een gezonde ouder-kind relatie tussen de controlerende ouder en het kind.
Bij de ernstige vorm ervaart de controlerende ouder sterk verhoogde negatieve emoties en gelooft dat contact met de andere ouder een risico voor het kind vormt. Het kind vertoont angstig gedrag naar de andere (afgewezen) ouder. De controlerende ouder en het kind kunnen een symbiotische band hebben. Er kan bij de controlerende ouder sprake zijn van een persoonlijkheidsstoornis.
Passende interventies
Ouderverstoting is een systemisch proces, hetgeen betekent dat er ook een systemische interventie dient te worden ingezet: beide ouders en het kind hebben hulp nodig. Bij kinderen onder de elf jaar is het tij eenvoudiger te keren dan bij oudere kinderen. Complicerende factor kan dan zijn dan het “oudere” kind geen noodzaak voor hulp ervaart en hulp weigert, alsmede de afgewezen ouder niet bij de hulpverlening wil betrekken. Ik maak erop attent dat de hulpverlener in deze een voorbeeldfunctie heeft. Een ouder met gezag dient bij een kind jonger dan zestien jaar toestemming te worden gevraagd voor geboden hulp en zo een plek te krijgen in de hulpverlening die weerspiegelt dat de hulpverlener deze afgewezen ouder ook van belang vindt voor het kind.
De gezinshiërarchie dient (meteen) hersteld te worden. Het zijn de ouders die de beslissingen nemen, niet de kinderen. De controlerende ouder zal aan het kind toestemming “moeten” gaan geven om contact te hebben met de afgewezen ouder en hierbij passende hulp mogen krijgen om eventuele trauma’s uit het eigen verleden te verwerken.
Beschuldigingen van misbruik en/of verwaarlozing dienen door deskundigen op waarheid te worden onderzocht. Er dient (met de grootste spoed) te worden ingezet op (begeleid) contactherstel en het omgaan met eventuele weerstanden hieromtrent. Er zijn professionals die pleiten om kinderen bij de controlerende ouder “weg te halen” en het hoofdverblijf naar de afgewezen ouder te verplaatsen. Vervolgens wordt er in deze visie dan een periode ingelast waarin het kind bij de afgewezen ouder verblijft en er geen contact is met de controlerende ouder. Ik zie het risico dat er als gevolg van deze interventie een mogelijk nieuw trauma bij het kind kan ontstaan dat plots gescheiden wordt van een ouder waarmee het een innige band heeft. Er zijn echter ook behandelaars die in de literatuur (bij jonge kinderen) goede uitkomsten met een dergelijke interventie beschrijven. Ook dan geldt dat er professionele hulp nodig is bij het opnieuw opzetten en naleven van een contactregeling. Parallel- ouderschap kan een goede optie zijn.
Het is van belang om het netwerk te betrekken bij de hulpverlening, omdat deze vaak ook een rol heeft bij het tot stand komen van ouderverstoting. De afgewezen ouder mag professionele hulp ontvangen bij opvoedvragen en rouw- en verliesverwerking.
Uitsluitend mediation is bij de ernstige vorm van ouderverstoting geen geschikte interventie omdat het in eerste aanleg niet mogelijk is om een gezamenlijk gedragen oplossing te bereiken; er is dan een directieve systemische aanpak nodig.
Probleem blijft wel dat het succes van de interventies afhankelijk is van de bereidheid om hulp te aanvaarden en de (on)mogelijkheden om de aangeboden hulp om te zetten naar een verandering.
Concluderend, om aan te sluiten bij de beginzin van deze blog: helaas is het niet altijd zo dat kinderen uit zichzelf “terugkomen” wanneer zij volwassen zijn geworden. Als het kritische, zelfstandige denken dan niet in gang is gezet, vindt er ook op volwassen leeftijd geen hereniging plaats .
Tot slot
Ik beoog om het onderwerp ouderverstoting in deze blog objectief en onderbouwd weer te geven. Zowel vader als moeder kan de controlerende ouder zijn. Zowel meisjes als jongens kunnen een ouder afwijzen. Ik voel compassie voor alle betrokkenen bij ouderafwijzing.
Gebruikte literatuur
- Koppejan-Luitze, H.S. Pathway to Parental Alienation or Estrangement. 2014
- Kelly, J.B. and J.R. Johnston. The alienated child: A Reformulation of Parental Alienation Syndrome. Family Cort Review. , pg. 249-266
- Casas, F. Children as advisers of their resaerchers: Assuming a different status for children. Child Indicators Resaerch. 2013. Pg. 193-212
- Meulemans, M. Emotioneel gevangen. Over ouderverstoting
- Driesen, L. Kaat wil niet meer op bezoek. Het ouderverstotingssyndroom
- Driesen, L. Kinderen en echtscheiding. 2002
Lees ook:
Blog 1: “Maar Dat Is In Het Belang Van Onze Kinderen”
Blog 3: Hoe Herken Je Ouderverstoting? En Wat Kun Je Eraan Doen?
Wij kunnen als mediator niet helpen om ouders in een dergelijke situatie te helpen, tenzij zij beiden bereid zijn om met elkaar in gesprek te gaan! Wij willen je derhalve verzoeken om naar aanleiding van deze blog geen contact met ons op te nemen. Tenzij beide partijen een gesprek aan willen gaan met de mediator. Indien dit niet het geval is, dan kun je contact opnemen met Norbert Fuchs
De realiteit kun je niet veranderen, maar je kunt wel kiezen hoe je ermee omgaat.
– Els van Steijn
Miriam van Heijst-van der Lee is geaccrediteerd en geregistreerd familiemediator, pedagoog, Kindbehartiger, Bijzonder Curator Jeugdzaken, KIES-Coach en KIES-Mediator en SKJ geregistreerd jeugd- en gezinsprofessional.
Mijn dochter en haar ex-partner hebben 2 kinderen van 3 en 6 jaar. Sinds oktober vorig jaar zijn ze uit elkaar. Als tijdelijke “oplossing” wonen de kinderen in het ouderlijk huis en worden afwisselend door beide ouders verzorgd. Ik zie bij de kinderen steeds meer signalen zoals boven beschreven. Heb het gevoel dat de kinderen gebruikt worden in de strijd tegen mijn dochter. Mijn dochter wil uit de strijd blijven en zeker de kinderen uit de strijd houden, maar door hun vader worden ze steeds verder in getrokken, zal ook nooit negatief over hun vader praten. Ik zie het steeds verder gaan, maar weet niet wat ik moet, voel me machteloos. Wat kan ik doen?
Bedankt voor je reactie op onze blog. Wat heftig voor jou als oma om alles vanaf een afstand te zien gebeuren en niets te kunnen doen! En helaas kun je ook niet veel doen, tenzij partijen open staan om met elkaar in gesprek te gaan. Misschien kun jij dit initiëren? Als je dan de blog gebruikt als voorbeeld: “Ik heb gelezen dat… Ik herken daar veel van jullie situatie in en ik maak mij daar zorgen over, omdat de gevolgen voor de kinderen niet al te best zijn. Willen jullie daarover met elkaar in gesprek gaan? Met mij erbij of met een neutrale derde? Zodat jullie hier een oplossing voor kunnen vinden en de kinderen niet langer tussen jullie in hoeven te staan. Wat vinden jullie daarvan?”
Het is zo dat als dit soort situaties spelen er altijd een onderliggende reden is. Vaak is dit angst van één of beide ouders om zijn/haar kinderen kwijt te raken. Deze angst is ergens ontstaan, dat kan in zijn/haar jeugd zijn begonnen (onveilige hechting), maar kan ook komen door dingen die ten tijde van de scheiding zijn gezegd of gebeurd waardoor het vertrouwen in de andere ouder is beschadigd. Ook kan het zijn dat er een persoonlijkheidsstoornis speelt, als dat laatste het geval is, dan wordt het heel moeilijk om dit te veranderen en zal er andere hulp ingeschakeld moeten worden.
Als jouw dochter en haar ex-partner met elkaar in gesprek willen gaan met een mediator, dan kunnen wij ze helpen om het verleden een plek te geven en de relatie als ouders vorm te gaan geven. Zodat zij elkaar als mede-ouders gaan zien en gaan samenwerken.
Fijn dat de kinderen zo’n oma hebben als jij! Die op zoek gaat naar hulpbronnen! Geef niet op, probeer het gesprek aan te blijven gaan. En als jouw kleinkinderen bij jou zijn, vraag dan hoe het met ze gaat. En neem daar ook echt even de tijd voor. Vertel ze dat ze alles aan jou mogen vertellen. Je hoeft het er niet uit te trekken hoor, als jij ze dat gevoel geeft, dan komen zij vanzelf bij je om te praten of op momenten als de nood aan de man is. En blijf altijd positief over beide ouders praten, ook al is dat misschien niet altijd even makkelijk. Besef je dat de kinderen 50% uit hun moeder en 50% uit hun vader bestaan, dus als er slecht wordt gesproken over één van hen… Dan is 50% van de kinderen dus niet goed?
Ik hoop je hiermee wat handvatten te hebben gegeven. Mocht je vragen hebben of wil je gelijk contact hebben met een mediator bij jullie in de buurt? Kijk dan hier https://www.hellomediator.nl/tag/familiemediators/
Sterkte en Succes gewenst in deze moeilijke situatie!